Toen de edelman Jacopone da Todi op zijn 38e zijn innig geliefde vrouw verloor, besloot hij in te treden in een franciscaans klooster. Daar ontwikkelde hij zich tot een begaafd dichter van invloedrijke metten en lauden. Hij is ook de meest waarschijnlijke maker van het beroemde gedicht Stabat Mater over het verschrikkelijke verdriet van moeder Maria bij het lijden en sterven van haar enige zoon Jezus. Het werk werd alom gewaardeerd - Jacopone begreep maar al te goed wat zo'n verlies teweegbrengt - en promoveerde tot een vast gezang bij het feest van Onze Lieve Vrouwe van Zeven Smarten op 15 september. Later werd het ook gebruikt bij lijdensmeditaties tijdens de Goede Week.
In de loop der eeuwen hebben honderden componisten hun best gedaan met soms monumentale bewerkingen van de oorspronkelijk gregoriaanse zang (maar merkwaardigerwijs niet Bach en Händel) - de versie van Pergolesi werd de bekendste.
Ook de Welshman sir Karl Jenkins pakte de handschoen op voor mezzosopraan, koor en orkest na eerder succes met The Armed man, a Mass for Peace. Met verwante stukken over het verlies van een kind of geliefde, deels in de oude religieuze talen arabisch, aramees, hebreeuws, latijn en grieks vulde hij het gedicht aan tot een volwaardig oratorium.

tekst Jacopone da Todi (1230-1306)   vert. Willem Wilmink (1936-2003)

1.  [Jenkins 1.Cantus lacrimosus]
Stabat mater dolorosa
iuxta crucem lacrimosa,
Dum pendebat filius.
Cuius animam gementem
Contristatam et dolentem
Pertransivit gladius.
2.
O quam tristis et afflicta
Fuit illa benedicta
Mater unigeniti
Quae maerebat et dolebat.
Et tremebat, cum videbat
Nati poenas incliti.
3. [Jenkins 3.Vidit Jesum in tormentis]
Quis est homo qui non fleret,
Matrem Christi si videret
In tanto supplicio?
Quis non posset contristari,
Piam matrem contemplari
Dolentem cum filio?
4.
Pro peccatis suae gentis
Vidit Iesum in tormentis
Et flagellis subditum.
Vidit suum dulcem natum
Moriendo desolatum
Dum emisit spiritum.
5.
Eia mater fons amoris,
Me sentire vim doloris
Fac ut tecum lugeam.
Fac ut ardeat cor meum
In amando Christum Deum,
Ut sibi complaceam.
De Moeder stond door smart bevangen en met tranen langs haar wangen waar haar zoon gekruisigd hing En het was haar in haar lijden of een zwaard haar kwam doorsnijden dat dwars door het hart heen ging. Hoe verdrietig en verloren was de toch zo uitverkoren moeder die hem ‘t leven gaf. Ze moest klagen, ze moest rouwen en ze beefde bij ‘t aanschouwen van zijn vreselijke straf. Wie voelt er geen tranen komen die daarheen wordt meegenomen, waar hij Christus’ moeder vindt? Wie zou tranen binnenhouden als hij dat verdriet aanschouwde van de moeder bij haar kind? Zij zag wat hij heeft geleden voor het kwaad dat mensen deden, zag de zwepen, zag het slaan, Hoorde ‘t kind, door haar gedragen, stervende om bijstand vragen, zag hoe hij is doodgegaan. Vrouw van liefde en genade, wil toch op mijn schouders laden alles wat U lijden doet. ‘k Wil mijn hart aan hem verpanden, laat mij dan van liefde branden opdat ik hem zo ontmoet.
6. [Jenkins 5.Sancta Mater]
Sancta mater, istud agas,
Crucifixi fige plagas
Cordi meo valide.
Tui nati vulnerati
Tam dignati pro me pati,
Poenas mecum divide!
7.
Fac me vere tecum flere,
Crucifixo condolere,
Donec ego vixero.
Iuxta crucem tecum stare
Te libenter sociare
In planctu desidero.
8. [Jenkins 8.Virgo virginum]
Virgo virginum praeclara,
Mihi iam non sis amara,
Fac me tecum plangere.
   [Jenkins 11.Fac ut portem]
Fac ut portem Christi mortem,
Passionis eius sortem
Et plagas recolere.
9.
Fac me plagis vulnerari,
Cruce hac inebriari
Ob amorem filii,
   [Jenkins 12.Paradisi gloria]
Inflammatus et accensus,
Per te virgo sim defensus
In die iudicii.
10.
Fac me cruce custodiri,
Morte Christi praemuniri,
Confoveri gratia.
Quando corpus morietur
Fac ut animae donetur
Paradisi gloria. Amen.
Moeder, wil mijn hart bezeren met de wonden die hem deren, die zo nederig wilde zijn Om te lijden voor mijn zonden. Laat mij lijden aan zijn wonden, laat mij delen in zijn pijn. Laat mij huilen aan uw zijde, laat het kruis ook mij doen lijden tot ik zelf eens doodgaan moet ‘k Wil mij naar het kruis begeven om daar met U mee te leven in wat hem zo lijden doet. Stralende, ik moet U eren, wil U toch niet van mij keren, laat mij huilend bij U staan. Laat mij Christus’ dood ervaren, laat mij in mijn hart bewaren al wat hem is aangedaan. Laat zijn pijnen mij genaken, laat het kruis mij dronken maken van de liefde voor uw zoon En wil dan mijn voorspraak wezen als ik ‘t helse vuur moet vrezen na het oordeel voor zijn troon. Laat het kruis over mij waken, laat zijn dood mij sterker maken, zodat hij me begeleidt En mijn ziel, als ‘t lijf moet sterven, de verrukking doet verwerven die de hemel ons bereidt. Amen.