In 1623 verscheen in Keulen een bundel Geistliche Kirchengesäng, waarin zich de eerst bekende versie van een kerstlied O Jesulein süss bevindt. . Rond 1650 maakte Samuel Scheidt een melodie die vervolgens door J.S.Bach werd bewerkt tot een koraal. Waarschijnlijk werd eveneens in de 17e eeuw een Nederlandse vertaling gemaakt onder de titel O kindeke klein, die we dan weer voor het eerst terugvinden in een bundel Oudere en Nieuwere Kerstliederen (1852) van Alberdingk Thijm. Deze versie is als kerstwiegelied op de melodie van Scheidt en Bach inmiddels in de Nederlandse traditie geland. Oud-NKK-zanger en koorcomponist Jetse Bremer kreeg in 2011 een commissie voor een nieuwe moderne koorbewerking.


O kindeke klein o kindeke teer
Hoe ligt gij hier zo hulploos neer
Gij kwam vanuit uw heerlijk rijk
En werd op aard de mens gelijk.

O kindeke klein, o kindeke teer
Van hoge hemel daalde gij neer
Het was uws vaders heil'ge wens
Zijn zoon te geven voor de mens

O kindeke klein o kindeke teer
Gij keerde tot de vader weer
Maar eerst bracht gij ons vreed' en licht
En hebt op aard uw rijk gesticht

O kindeke klein o kindeke teer
[oorspr.Duitse tekst] O Jesulein süß, O Jesulein mild, Des Vaters Will’n hast Du erfüllt, Bist kommen aus dem Himmelreich, Uns armen Menschen worden gleich, O Jesulein süss, O Jesulein mild, Des Vaters Zorn hast Du gestillt, Du zählst für uns all uns’re Schuld, Und schaffst uns Deines Vaters Huld, O Jesulein süss, O Jesulein mild. Du bist der Lieb’ ein Ebenbild, Zünd an ins uns der Liebe Flamm, Dass wir Dich lieben allsusamm, O Jesulein süss, O Jesulein mild.