Deze Hongaarse traditionele dans moet al vroeg in de 16e eeuw bestaan hebben - de melodie is voor het eerst in 1583 als 'Ungareska' opgeschreven door organist en muziekuitgever Jacob Paix (1556-1623) uit het Duitse Augsburg, die het van kooplui of huursoldaten gehoord moet hebben. Op een tekst van de Hongaarse schrijver Károly Vargha maakte componist Lagos Bárdos in 1952 een wervelende bewerking voor SATB-koor, met veel toonwisselingen en ritmische klanknabootsingen en ... een moordend tempo van 120 ! Sega di Canto doet het iets rustiger aan en gebruikt liever een Engelse vertaling uit 1981. In Engeland en de VS bestaat een bekende carol Good King Wenceslas, waarvan de coupletten vrijwel dezelfde melodie hebben als Bardos' Tambur.
Lajos Bardos, die beide wereldoorlogen meemaakte met al hun ingrijpende ontwikkelingen voor Hongarije , werd een van de meest invloedrijke Hongaarse componisten uit de 20e eeuw, tezamen met Bela Bártok en Zoltan Kodály. Met de laatste ('Instrumenten zijn voor de elite, maar een zangstem heeft iedereen' ) publiceerde hij dikke bundels vol breed toegankelijke koormuziek, zowel religieus (latijn) als wereldlijk (hongaars) en veel volksmelodieën. Alweer net als Kodály ontwierp hij gezaghebbende methoden voor muziekonderwijs, vooral voor lagere en middelbare scholen, die sterk gericht waren op het beleven van zangplezier. Deze Ungareska-zetting gemaakt in de donkere stalinistische periode van de jaren 50, straalt inderdaad een en al plezier uit.
Tambur andandoria [Tenor:] Sweetheart come along with me to the music so entrancing Gay and lively melodies, they will set your feet a-dancing Come oh come to the dance. fair maiden, Gleeful singing our hearts will gladden Joy is ours my darling ! [Alt:] Strike the merry cymbalon and set the bass to booming Hear the piper pipe his gay ditty to the merry thrumming Dance and turn to the music lively Step and toss to the measure sprightly More and more and never ending [Bas:] Bending bowing gracefully like a gently swaying flower Heaven sent you to be mine, there was ne'er so prized a dower Your sweet face does my heart beguile You are more fair when you blushing smile Than roses fresh in a garden. [Sopraan:] Heed my sighs and clasp my hand, I am ever for you yearning Love for you consumes with so great a flame my poor soul burning. Other swains come to court and woo you Be mine only, my one love true And joy will ours be for ever.