C.H.Graun
Frederik II
Carl Heinrich Graun was een van drie muzikale broers. Aanvankelijk tenor en kapelmeester van de Opera van Brunswijk, kwam hij op zijn 29e in dienst van de Pruisische koning Frederik de Grote (1712-1786), die hem bij zijn troonsbestijging benoemde tot hofkapelmeester en al gauw daarna ook tot directeur van de Berlijnse Opera. In die functie zagen tenminste 26 opera's het licht : Graun en Johann Adolph Hasse (1699-1783) domineerden het Italiaanse operagebeuren in Duitsland.

G.P.Telemann
Het oratorium Der Tod Jesu dat hij maakte in 1755 was erg populair en de meest uitgevoerde Passion in de 18e eeuw. Die populariteit moest uiteindelijk in de 19e eeuw geleidelijk wijken voor de passies van Joh.S.Bach. Speciaal voor Graun schreef Karl Wilhelm Ramler het libretto, dat op een of andere manier ook in handen kwam van Georg Philip Telemann; diens Hamburgse versie werd in het zelfde jaar 1755, maar nèt een weekje eerder opgevoerd dan Grauns versie in Berlijn ... Het schijnt dat dit een soort wedstrijdje geweest is tussen Graun en Telemann, die elkaar graag mochten. De muziekcritici geven de voorkeur aan Telemann's zetting, maar die van Graun werd verreweg het bekendste...
Sega di Canto zingt de eerste twee deeltjes uit het oratorium.

RIAS Kammerchor 1984
olv Uwe Gronostay
Du dessen Augen flossen
So bald sie Zion sah'n
zur Freveltat entschlossen
sich seinem Falle nah'n.
Wo ist das Tal, die Höhle
wo Jesus dich verbirgt?
Verfolger deiner Seele
Habt ihr Ihn schon erwürgt?
U wiens ogen braken zodra ze Sion zagen die vastbesloten tot de wandaad zijn val tegemoet gaan. Waar is het dal, de grot die U Jezus verbergt? Jullie, die zijn ziel vervolgen hebben jullie hem al gewurgd?
Sein Odem ist schwach
Seine Tage sind abgekürzet
Seine Seele ist voll Jammer
Sein Leben ist nahe bei der Hölle
Zijn adem is zwak Zijn dagen zijn geteld Zijn ziel is vol verdriet Zijn leven is de hel nabij